Woordenlijst
Malayalam – Werkwoorden oefenen

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!

imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
