Woordenlijst
Marathi – Werkwoorden oefenen

dansen
Ze dansen verliefd een tango.

loslaten
Je mag de grip niet loslaten!

naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.

oefenen
De vrouw beoefent yoga.

bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.

creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.

liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

meekomen
Kom nu mee!

testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
