Woordenlijst
Marathi – Werkwoorden oefenen

terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

kletsen
Ze kletsen met elkaar.

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

redden
De dokters konden zijn leven redden.

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

horen
Ik kan je niet horen!

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
