Woordenlijst
Marathi – Werkwoorden oefenen

zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.

openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.

voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.

binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.

voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
