Woordenlijst

Maleis – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/89025699.webp
dragen
De ezel draagt een zware last.
cms/verbs-webp/123170033.webp
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/95938550.webp
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/127720613.webp
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/78073084.webp
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
cms/verbs-webp/83636642.webp
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/40129244.webp
uitgaan
Ze stapt uit de auto.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/122079435.webp
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.