Woordenlijst
Nynorsk – Werkwoorden oefenen

spelen
Het kind speelt liever alleen.

uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.

wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

proeven
De chef-kok proeft de soep.

wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.

controleren
De tandarts controleert de tanden.

duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.

trekken
Hij trekt de slee.

gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
