Woordenlijst
Nynorsk – Werkwoorden oefenen

kussen
Hij kust de baby.

verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.

zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.

aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.

bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
