Woordenlijst
Noors – Werkwoorden oefenen

schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

geloven
Veel mensen geloven in God.

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.

hangen
IJsspegels hangen van het dak.

herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?

zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.

verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!

voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

wakker worden
Hij is net wakker geworden.
