Woordenlijst
Noors – Werkwoorden oefenen

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

antwoorden
De student beantwoordt de vraag.

rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.

werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
