Woordenlijst
Noors – Werkwoorden oefenen

vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.

toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

walgen van
Ze walgde van spinnen.

aanraken
De boer raakt zijn planten aan.

bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

redden
De dokters konden zijn leven redden.
