Woordenlijst

Noors – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/63645950.webp
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/97119641.webp
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/40326232.webp
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/74176286.webp
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/56994174.webp
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/123619164.webp
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/86064675.webp
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/111021565.webp
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/44159270.webp
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.