Woordenlijst
Punjabi – Werkwoorden oefenen

luisteren
Hij luistert naar haar.

naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.

betalen
Ze betaalt online met een creditcard.

binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.

verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

controleren
Hij controleert wie daar woont.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

aanzetten
Zet de TV aan!

verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.

winnen
Hij probeert te winnen met schaken.

ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
