Woordenlijst
Pools – Werkwoorden oefenen

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.

toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.

vermijden
Ze vermijdt haar collega.

opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.

liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.

vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
