Woordenlijst
Pools – Werkwoorden oefenen

tellen
Ze telt de munten.

vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.

versturen
Ze wil de brief nu versturen.

bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.

slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
