Woordenlijst
Pools – Werkwoorden oefenen

zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

brengen
De bezorger brengt het eten.

binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.

investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
