Woordenlijst
Pools – Werkwoorden oefenen

verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

spelen
Het kind speelt liever alleen.

leiden
Hij leidt graag een team.

beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

beperken
Moet handel worden beperkt?

vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

kletsen
Ze kletsen met elkaar.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
