Woordenlijst
Portugees (PT) – Werkwoorden oefenen

verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.

imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.

vervangen
De automonteur vervangt de banden.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.

overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

verspillen
Energie mag niet verspild worden.
