Woordenlijst
Portugees (PT) – Werkwoorden oefenen

ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.

weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.

gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.

overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.

schrijven
Hij schrijft een brief.

weglopen
Onze kat is weggelopen.

voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.

ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
