Woordenlijst
Portugees (PT) – Werkwoorden oefenen

sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.

branden
Er brandt een vuur in de open haard.

voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

openen
Kun je dit blikje voor me openen?

opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

openen
Het kind opent zijn cadeau.

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.

betalen
Ze betaalde met een creditcard.
