Woordenlijst
Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.

voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.

achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?

bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

mengen
Ze mengt een vruchtensap.

staan
De bergbeklimmer staat op de top.

naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.

bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
