Woordenlijst

Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/120200094.webp
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/114379513.webp
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/119425480.webp
denken
Je moet veel denken bij schaken.
cms/verbs-webp/106515783.webp
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
cms/verbs-webp/116610655.webp
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/74119884.webp
openen
Het kind opent zijn cadeau.
cms/verbs-webp/67232565.webp
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/80332176.webp
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/65199280.webp
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/90287300.webp
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/40326232.webp
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.