Woordenlijst
Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

kopen
Ze willen een huis kopen.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.

stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.

opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

importeren
We importeren fruit uit veel landen.

achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
