Woordenlijst
Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.

toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
