Woordenlijst
Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.

controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.

antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.

toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

wassen
De moeder wast haar kind.

terugkomen
De boemerang kwam terug.

bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!

laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.

geloven
Veel mensen geloven in God.
