Woordenlijst
Roemeens – Werkwoorden oefenen

besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.

draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.

omgaan
Men moet met problemen omgaan.

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.

ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

drinken
De koeien drinken water uit de rivier.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.

luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
