Woordenlijst

Roemeens – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/101158501.webp
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/84472893.webp
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/115207335.webp
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
cms/verbs-webp/98977786.webp
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/67095816.webp
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/79317407.webp
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/3819016.webp
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/124575915.webp
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/57574620.webp
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/75487437.webp
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.