Woordenlijst

Roemeens – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/81973029.webp
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/31726420.webp
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/115373990.webp
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/120086715.webp
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/84506870.webp
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/90821181.webp
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/123546660.webp
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.