Woordenlijst
Russisch – Werkwoorden oefenen

op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

knippen
De kapper knipt haar haar.

elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.

leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

beginnen
School begint net voor de kinderen.
