Woordenlijst
Russisch – Werkwoorden oefenen

versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.

reizen
We reizen graag door Europa.

liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

sturen
Hij stuurt een brief.

voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.

huilen
Het kind huilt in het bad.

voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.

voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.

slapen
De baby slaapt.

werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
