Woordenlijst
Russisch – Werkwoorden oefenen

becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.

openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.

beginnen
De soldaten beginnen.

overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

lukken
Deze keer is het niet gelukt.

missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
