Woordenlijst
Slovaaks – Werkwoorden oefenen

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

beschermen
De moeder beschermt haar kind.

vechten
De atleten vechten tegen elkaar.

belasten
Kantoorwerk belast haar erg.

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

eisen
Hij eist compensatie.

schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

branden
Er brandt een vuur in de open haard.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
