Woordenlijst
Sloveens – Werkwoorden oefenen

vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.

wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

hangen
Ze hangen beide aan een tak.

volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.

loslaten
Je mag de grip niet loslaten!

zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
