Woordenlijst
Sloveens – Werkwoorden oefenen

horen
Ik kan je niet horen!

sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.

verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

huilen
Het kind huilt in het bad.

stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.

uitspringen
De vis springt uit het water.
