Woordenlijst
Sloveens – Werkwoorden oefenen

kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.

openen
Kun je dit blikje voor me openen?

vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.

doorrijden
De auto rijdt door een boom.

terugkomen
De boemerang kwam terug.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
