Woordenlijst
Sloveens – Werkwoorden oefenen

kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.

sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

willen
Hij wil te veel!

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.

achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.

verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.

missen
De man heeft zijn trein gemist.

ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
