Woordenlijst

Albanees – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/93150363.webp
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/80332176.webp
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/79317407.webp
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/81025050.webp
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/91997551.webp
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/98977786.webp
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?