Woordenlijst
Albanees – Werkwoorden oefenen

oefenen
De vrouw beoefent yoga.

bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.

sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.

lukken
Deze keer is het niet gelukt.

vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

sterven
Veel mensen sterven in films.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

brengen
De bezorger brengt het eten.

wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
