Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.

elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

zingen
De kinderen zingen een lied.

bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

denken
Je moet veel denken bij schaken.

eten
Wat willen we vandaag eten?

imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.

sturen
Ik stuur je een brief.

spellen
De kinderen leren spellen.
