Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen

begeleiden
De hond begeleidt hen.

proeven
De chef-kok proeft de soep.

elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

trouwen
Het stel is net getrouwd.

verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?

ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.

schrijven
Hij schrijft een brief.

rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
