Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen

monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.

oprapen
We moeten alle appels oprapen.

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.

verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.

moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.

verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
