Woordenlijst
Tamil – Werkwoorden oefenen

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.

besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.

opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!

uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.

wassen
De moeder wast haar kind.

wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

houden
Je mag het geld houden.
