Woordenlijst
Tamil – Werkwoorden oefenen

rinkelen
De bel rinkelt elke dag.

vertrekken
De trein vertrekt.

accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.

plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.

schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.

betalen
Ze betaalde met een creditcard.

bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.

bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
