Woordenlijst
Telugu – Werkwoorden oefenen

verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.

eten
Wat willen we vandaag eten?

vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

trouwen
Het stel is net getrouwd.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

bidden
Hij bidt in stilte.

achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
