Woordenlijst
Telugu – Werkwoorden oefenen

samenwerken
We werken samen als een team.

kussen
Hij kust de baby.

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

bedekken
Ze bedekt haar gezicht.

binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.

uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.

beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.

begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
