Woordenlijst
Telugu – Werkwoorden oefenen

overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.

weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?

mengen
Ze mengt een vruchtensap.

verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

denken
Ze moet altijd aan hem denken.

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
