Woordenlijst
Telugu – Werkwoorden oefenen

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

vermijden
Hij moet noten vermijden.

afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.

teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.

draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
