Woordenlijst

Thai – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/102167684.webp
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/114993311.webp
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/109542274.webp
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/116877927.webp
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/74693823.webp
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/105934977.webp
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/25599797.webp
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
cms/verbs-webp/59121211.webp
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?