Woordenlijst
Thai – Werkwoorden oefenen
![cms/verbs-webp/95625133.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/95625133.webp)
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
![cms/verbs-webp/106622465.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/106622465.webp)
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
![cms/verbs-webp/123237946.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/123237946.webp)
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
![cms/verbs-webp/79322446.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/79322446.webp)
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
![cms/verbs-webp/101158501.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/101158501.webp)
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
![cms/verbs-webp/82669892.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/82669892.webp)
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
![cms/verbs-webp/130770778.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/130770778.webp)
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
![cms/verbs-webp/122224023.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/122224023.webp)
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
![cms/verbs-webp/67232565.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/67232565.webp)
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
![cms/verbs-webp/32312845.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/32312845.webp)
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
![cms/verbs-webp/99392849.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/99392849.webp)
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
![cms/verbs-webp/6307854.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/6307854.webp)