Woordenlijst
Thai – Werkwoorden oefenen

protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

produceren
We produceren onze eigen honing.

oefenen
De vrouw beoefent yoga.

uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.

genieten
Ze geniet van het leven.

sluiten
Ze sluit de gordijnen.

besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.

openen
Het kind opent zijn cadeau.

spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
