Woordenlijst
Thai – Werkwoorden oefenen

ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?

begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!

wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

brengen
De bezorger brengt het eten.

accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

openen
Kun je dit blikje voor me openen?

binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.

sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
