Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.

aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

zingen
De kinderen zingen een lied.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.

besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.

verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.

weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
