Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.

rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.

liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

branden
Er brandt een vuur in de open haard.

opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

walgen van
Ze walgde van spinnen.
