Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.

stoppen
De agente stopt de auto.

annuleren
Het contract is geannuleerd.

rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.

verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.

weglopen
Onze kat is weggelopen.

kijken
Ze kijkt door een gat.

bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

deelnemen
Hij neemt deel aan de race.

vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
