Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

luisteren
Hij luistert naar haar.

loslaten
Je mag de grip niet loslaten!

terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.

uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.

opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

straffen
Ze strafte haar dochter.

lukken
Deze keer is het niet gelukt.
