Woordenlijst
Urdu – Werkwoorden oefenen

moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

schrijven naar
Hij schreef me vorige week.

doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.

draaien
Ze draait het vlees.

gaan
Waar gaan jullie beiden heen?

uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.

verlaten
De man vertrekt.

verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
