Woordenlijst
Vietnamees – Werkwoorden oefenen

hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

controleren
De tandarts controleert de tanden.

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!

terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.

terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
