Woordenlijst
Vietnamees – Werkwoorden oefenen

leiden
Hij leidt graag een team.

arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

slapen
De baby slaapt.

sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.

wandelen
Hij wandelt graag in het bos.

achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.

bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.

kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
